maandag, september 11, 2006

Beriwan

De Koerden spreken een eigen aan het Perzisch verwante taal. Hun woongebied bestaat uit delen van Turkije, Armenië, Azerbeidzjan, Iran, Irak en Syrië. Ze noemen hun woongebied Koerdistan. Al sinds de Eerste Wereldoorlog streven ze naar een onafhankelijke staat. Dat brengt ze in conflict met de regeringen van Irak en Turkije. In Koerdistan zitten grote olievoorraden, een goede bestaansbasis voor een potentieel sterke staat. Maar het is ook een potentiële bedreiging: al hun opstanden worden dan ook bloedig neergeslagen. Turkije neemt de Koerdische leider Abdullah Öcalan ( http://www.cmo.nl/pe/pe4/pe-42.html en http://www.cmo.nl/pe/pe4/pe-47.html ) gevangen en Irak zet gifgas tegen de Koerdische bevolking in.
Het merendeel van de Koerden zijn soennitische moslims en hebben een nomadische achtergrond. De Irakese regering wil dat ze zich permanent vestigen in dorpen waar ook Arabieren wonen. Daar worden ze door de Arabieren nauwelijks getolereerd. Als Irak in 1990 Koeweit binnenvalt, bezetten de Koerden de oliestad Kirkuk in de verwachting dat Saddam Hoessein de oorlog zal verliezen en aan zijn regime een einde zal komen. Dit gebeurt niet, Saddam's leger slaat de opstand neer, anderhalf miljoen Koerden slaan op de vlucht. De VN richten in Noord-Irak een gebied in waar Irakese soldaten niet mogen komen (safe haven) In dit gebied krijgen de Koerden zelfbestuur. Hun staat is niet officieel erkend. Een meerderheid van de Koerden lijkt binnen de grenzen van Irak een eigen gebied te willen met een verregaande mate van zelfbestuur. Slechts een kleine groep wil daadwerkelijk een zelfstandige staat. De partijen verschillen van mening over wie de leiding zou moeten krijgen. Drie kandidaten voorde macht zijn de Partiya Karkari Kurdistan (Koerdische Arbeiders Partij, PKK), de Koerdische Democratische Partij (KDP) en de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK). Meer over de Koerden en hun geschiedenis kun je vinden in de PerExpresse over de Koerden.